Gemiddelde dekkingsgraad pensioenfondsen stabiel gebleven

De Nederlandsche Bank (DNB) maakte op 18 september j.l. bekend dat de financiële positie van de Nederlandse pensioenfondsen sedert juni stabiel is gebleven. De gemiddelde dekkingsgraad - de verhouding tussen beschikbare middelen en verplichtingen - van 112 % per eind augustus was gelijk aan de stand van eind juni. De oorzaak vormen de stijgende aandelenkoersen in deze periode, terwijl de dalende kapitaalmarktrente zorgde voor een waardestijging van de vastrentende waardenportefeuille.

Aan de andere kant is ook de rentetermijnstructuur (inclusief UFR en middeling) gedaald. De rentetermijnstructuur wordt door DNB gepubliceerd - deze wordt geconstrueerd op basis van de swapcurve - en wordt gebruikt om de actuele waarde van de pensioenverplichtingen te bepalen. Zo daalde de 30-jaars rente met 22 basispunten naar 2,45 %. Dit had een toename van de technische voorzieningen tot gevolg. Door de driemaandsmiddeling van de rente is deze toename nog relatief beperkt gebleven. Het positieve effect van de rentemiddeling zal volgens DNB echter de komende maanden uit de cijfers lopen.

Van de 268 pensioenfondsen hadden er 12 een lagere dekkingsgraad dan het verplichte minimum van 105 % (per eind augustus 2014). Dit betekent niet per definitie dat deze fondsen in dekkingstekort verkeren. Volgens DNB zijn slechts 10.000 actieve deelnemers en 8.500 pensioengerechtigden aangesloten bij een pensioenfonds met een dekkingsgraad van minder dan 105 %.

Bron: De Nederlandsche Bank, Nederlands Pensioenbureau