Naar aanleiding van het bericht ‘Succesvol Zelfstandig’ op de website van UWV, schreef Anneke van der Giezen, hoofd van het Kenniscentrum UWV, begin oktober een column onder de titel 'Ondernemers vanuit de WW doen het goed'. | Goed nieuws voor mensen die vanuit de WW als ondernemer aan de slag willen. Ruim twee derde van de mensen die zo’n stap maken, werkt 3 jaar later nog steeds als ondernemer. Hiermee wijken WW’ers niet af van alle startende ondernemers. Daarbij komt dat het besteedbare inkomen van de ondernemers vanuit de WW gemiddeld vrijwel gelijk is aan hun besteedbare inkomen voordat ze werkloos werden. Dit blijkt uit recent onderzoek in opdracht van UWV, ingegeven door de wens om te weten hoe het de (startende) ondernemers vanuit de WW vergaat. Het ondernemerschap is inmiddels een onlosmakelijk deel van onze arbeidsmarkt. Er zijn steeds meer ondernemers, van wie ruim 800.000 zzp’er zijn. Flexibiliteit op de arbeidsmarkt betekent allang niet meer alleen een uitzendbaan of een baan als oproepkracht, maar ook het switchen van een baan in loondienst naar het ondernemerschap. Veel mensen combineren een baan in loondienst met een eigen onderneming. Blijkbaar is de sprong wagen naar een eigen onderneming minder eng met de zekerheid van een baan in loondienst. Daarom is ook starten vanuit de WW een goede optie, zeker voor de echte nieuweling, die gebruik kan maken van de startersregeling. Het ondernemerschap biedt werkzoekenden een reëel perspectief. Al gaat het bij de mensen met een WW-uitkering wel om een kleine groep: 6 procent van de mensen die werk vinden, doet dat als ondernemer. De groep die deze stap zet, is hoger opgeleid en ouder dan de gemiddelde WW’er. Deze 2 kenmerken verklaren voor een groot deel waarom deze ondernemers het goed doen. Er zijn grote verschillen in inkomsten tussen soorten ondernemers. Zo zijn er die gemiddeld zo’n 26.000 euro per jaar verdienen, maar het inkomen kan ook blijven steken op een paar duizend euro per jaar, of zelfs negatief zijn. Het gaat hierbij echter om het (winst)inkomen dat de ondernemer aan de belastingdienst opgeeft. Daarvan zijn de bedragen van diverse aftrekregelingen al afgetrokken. Voor een klein deel van de ondernemers levert hun onderneming echter alleen een bijverdienste op. Deze mensen combineren hun onderneming waarschijnlijk met een baan in loondienst, of een zorgtaak. De groeiende groep ondernemers op de arbeidsmarkt brengt nieuwe dilemma’s met zich mee. De Baliegroep schetst in haar meest recente manifest ‘Nieuwe Verbintenissen’ dat de arbeidsmarkt sneller verandert dan de sociale zekerheid, waarmee ons stelsel in onbalans raakt. De Baliegroep doelt daarbij vooral op ondernemers die niet verzekerd zijn voor inkomensverlies bij ziekte en die geen pensioen opbouwen. Ook arbeidsmarktbemiddelaars staan voor dilemma’s. Als startende ondernemers een laag inkomen hebben, stimuleer je hen dan om maar weer een baan in loondienst te zoeken, of hebben zij juist meer ondersteuning nodig om hun onderneming uit te breiden? Nog voldoende vragen dus voor verder onderzoek. Onze registraties zijn (nog) niet toegesneden op het in beeld brengen van de participatie en arbeidsmarktstromen in en uit het ondernemerschap. Tegelijkertijd is goede kennis cruciaal voor het vormgeven van de werknemersverzekeringen en het arbeidsmarktbeleid. Hoe we dit doen, en welke innovaties hiervoor nodig zijn, zijn onze onderzoeksvragen voor de toekomst! Bron: UWV |
0 Comments
|
Riemersma & Partnersarbeidsvoorwaarden Nieuwsarchief
Maart 2016
Categoriën
Alles
|