Vooruitlopend op de definitieve overeenstemming over het Pensioenakkoord, heeft de Staatssecretaris van Financiën op 15 april 2013 het wetvoorstel ‘Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioenen en maximering pensioengevend inkomen’ naar de Tweede Kamer gestuurd. | Aanpassing van het z.g. Witteveenkader, dat de begrenzing aangeeft van de fiscale faciliëring van de pensioenopbouw, heeft reeds plaatsgevonden in de Wet VAP (verhoging pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar m.i.v. 2014). Het onderhavige wetsvoorstel stelt een verdere aanpassing van het Witteveenkader voor: een verdere verlaging van de maximum opbouwpercentages - middelloon 1,75% / eindloon 1,55% - en een absolute grens van € 100.000,- aan het pensioengevend loon. In het kader van het wetsvoorstel dienen enkele bepalingen uit de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Pensioenwet te worden aangepast. Een belangrijke aanpassing betreft de aanpassing van artikel 69 PW (afkoop fiscaal bovenmatig pensioen) ter voorkoming van mogelijke beklemming voor werknemers van fiscaal bovenmatige pensioenopbouw. Ingeval boven de grenzen van het Witteveenkader pensioen wordt toegezegd, dient de pensioenregeling te worden gesplitst in een zuiver en onzuiver (bovenmatig) deel. In de voorgestelde aanpassing van artikel 69 PW wordt de pensioenuitvoerder verplicht mee te werken aan een verzoek van de pensioengerechtigde tot afkoop van het deel van de pensioenaanspraken dat uitgaat boven de begrenzingen opgenomen in (onder andere) Hoofdstuk IIB Wet LB. Volgens de Memorie van Toelichting blijft een adequate pensioenvoorziening voor mensen in Nederland het uitgangspunt. Er wordt een beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van sociale partners, pensioenfondsbesturen en de werknemers zelf. Bron: Nederlands Pensioenbureau, Rijksoverheid |
0 Comments
|
Riemersma & Partnersarbeidsvoorwaarden Nieuwsarchief
Maart 2016
Categoriën
Alles
|