Riemersma & Partners
Contact:
  • Home
  • Dienstverlening
    • Arbo
    • Dienstverleningsdocumenten
  • Organisatie
  • Visie
  • Nieuws
  • Contact

Wetsvoorstel Pensioencommunicatie

15/9/2014

0 Reacties

 
Op 2 september 2014 is het wetsvoorstel Pensioencommunicatie ingediend bij de Tweede Kamer. Staatssecretaris Klijnsma beoogt met dit wetsvoorstel werknemers beter en makkelijker te laten inzien hoe hun pensioen ervoor staat. Om dit te bereiken zullen de pensioenuitvoerders hun communicatie verder moeten verbeteren en de deelnemer daarbij nog centraler stellen.
De belangrijkste kenmerken van het wetsvoorstel zijn: 

• Alle pensioencommunicatie moet tijdig, 
correct, duidelijk en evenwichtig zijn; 

• Meer mogelijkheden tot digitale verstrekking 

van pensioeninformatie: de pensioenuitvoerder krijgt de keuze om de pensioeninformatie digitaal of schriftelijk aan de deelnemer te verstrekken; 

• Basisinformatie over de pensioenregeling moet beschikbaar zijn op de website van de pensioenuitvoerder; 

• Verstrekking van een jaarlijks pensioenoverzicht van opgebouwde pensioenaanspraken. Dit pensioenoverzicht wordt hiermee beperkter en kijkt alleen naar de opgebouwde pensioenaanspraken in het verleden. Via het pensioenregister kan de deelnemer een indicatie krijgen van het te verwachten pensioen in de toekomst;

• Het pensioenregister wordt uitgebreid met nieuwe functionaliteiten. Zo kan de deelnemer nog meer informatie naar zich toehalen met betrekking tot zijn pensioenregeling;

• Inzicht in koopkracht en risico’s worden persoonlijk gemaakt. Via drie scenario’s (optimistisch, verwacht en pessimistisch) krijgt de deelnemer inzicht in de koopkracht en risico’s van zijn toekomstig pensioeninkomen.

Het wetsvoorstel sluit aan op de aanbevelingen uit het rapport ‘Pensioen in duidelijke taal’ van de werkgroep Pensioencommunicatie.


Bron: Rijksoverheid, Nederlands Pensioenbureau

0 Reacties

Kabinet vraagt SER advies over toekomst pensioenstelsel

12/6/2014

0 Reacties

 
In 2014 zal het kabinet een brede dialoog voeren over de toekomst van het huidige pensioenstelsel. Als onderdeel van deze dialoog vraagt het kabinet de SER om uiterlijk eind 2014 een advies te geven over de oudedagsvoorziening en in het bijzonder over de aanvullende pensioenen.
De reden voor deze dialoog is, dat in de afgelopen jaren is gebleken dat het pensioenstelsel zijn kwetsbaarheden kent. Dit werd voor het eerst duidelijk zichtbaar tijdens de crisis in 2008. Veranderingen in omgang met risico’s en onderhoud op het gebied van de financiële houdbaarheid van het pensioenstelsel bleken noodzakelijk te zijn. Ook ontstond er vanuit de maatschappij een kritischer houding ten opzichte van ons pensioenstelsel. Demografische, economische, arbeidsmarktgerelateerde en sociaal-culturele ontwikkelingen vragen om een hernieuwde blik op het stelsel.

Het kabinet vraagt de SER om in zijn advies in te gaan op de volgende thema’s:


• collectiviteit, keuzevrijheid en maatwerk; 
• risicodeling en/of herverdeling; 
• vermogensopbouw voor pensioen, 

   zorg en eigen woning.

De genoemde thema’s houden verband met elkaar. Zo kan, indien wordt gekozen voor meer keuzevrijheid, deze keuze gevolgen hebben voor de mate van solidariteit. Het kabinet vraagt de SER in te gaan op deze dilemma’s en de wijze waarop daarmee kan worden omgegaan.   

Bron: Sociaal Economische Raad, Nederlands Pensioenbureau

0 Reacties

Eerste Kamer stemt in met hervorming pensioenopbouw

10/6/2014

0 Reacties

 
Op 27 mei j.l. heeft de Eerste Kamer ingestemd met zowel het voorstel betreffende de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen (33.610), als met de novelle Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 (33.847). Naast de regeringspartijen VVD en PvdA stemden ook ChristenUnie, SGP en D66 voor.
Met ingang van 2015 geldt een opbouwpercentage van 1,875% (middelloon). Onder toezicht van De Nederlandsche Bank dienen ingebouwde waarborgen ervoor te zorgen dat de lagere pensioenopbouw ook daadwerkelijk doorwerkt in een daling van de pensioenpremies. Daarnaast blijft de aftopping van het pensioengevend loon ongewijzigd op € 100.000,-. Voor werknemers met inkomens die hierboven liggen, wordt het mogelijk om, op vrijwillige basis, fiscaal vriendelijk bij te sparen uit het nettoloon. Op 28 mei is de Staatssecretaris van Financiën door diverse fracties nog uitvoerig bevraagd over de nettolijfrente in de tweede pijler - of beter: het nettopensioen.

Het is gebruikelijk dat, na aanvaarding, het oorspronkelijke wetsvoorstel en de novelle gelijktijdig in het Staatsblad verschijnen. De met de novelle beoogde wijziging wordt hierbij direct ingevoegd.   

Bron: Rijksoverheid, Nederlands Pensioenbureau

0 Reacties

Minder pensioenfondsen verlagen pensioen

12/3/2014

0 Reacties

 
Per 1 april 2014 zullen (voorlopig) 
29 pensioenfondsen een verlaging 
van het pensioen doorvoeren.
Dit blijkt uit de evaluatie van de door de pensioenfondsen ingediende herstelplannen door De Nederlandsche Bank (DNB). Eerder dit jaar werd het aantal kortende pensioenfondsen door DNB nog geraamd op 37. Deze ‘verbetering’ kan voornamelijk worden toegeschreven aan bijstortingen door de werkgever.

In 2013 hebben in totaal 70 pensioenfondsen een verlaging van het pensioen doorgevoerd. Deze positieve ontwikkeling valt toe te schrijven aan een stijging van de gemiddelde dekkingsgraad per einde 2013 tot ongeveer 110% (einde 2012: 102%). Bovendien is niet alleen is het aantal kortende pensioenfondsen gedaald, maar ook de gemiddelde korting van het pensioen is lager dan waarvan in 2013 werd uitgegaan (1,3% in plaats van 1,7%).

De evaluatie van de herstelplannen door DNB is nog niet volledig afgerond. Het aantal fondsen dat het pensioen moet verlagen of de hoogte van de verlaging kan hierdoor toch nog hoger uitvallen. Enkele fondsen hebben bij de evaluatie een ontheffing aangevraagd of willen op andere gronden de pensioenen niet verlagen. DNB heeft aangegeven geen ontheffing te zullen verlenen, tenzij het fonds kan beargumenteren dat de kosten van een pensioenverlaging groter zijn dan de baten.   

Bron: De Nederlandsche Bank, Nederlands Pensioenbureau

0 Reacties

Heroverweging systeem van waardeoverdracht

21/11/2013

0 Reacties

 
Toenmalig Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dhr. Henk Kamp vroeg de Stichting van de Arbeid (STAR) op 13 februari 2012 om advies over het huidige systeem van waardeoverdracht. De STAR stelde, samen met de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars, een advies op hoofdlijnen op, aangeboden op 17 december 2012 aan de Staatssecretaris van SZ&W, mw. Jetta Klijnsma.
Recentelijk heeft de Staatssecretaris de Pensioenfederatie nogmaals verzocht haar visie met betrekking tot waardeoverdracht op papier te zetten. Op 6 november jl. kwam de Pensioenfederatie dit verzoek tegemoet.

De Pensioenfederatie is voorstander van het behoud van het recht op (individuele) waardeoverdracht. Dit recht zou dienen te worden ingevuld binnen de volgende kaders: 

- het recht is gebaseerd op louter de overdracht van de pensioenverplichting, hetgeen bijbetalingen door werkgevers dient te voorkomen; 

- de wettelijke procedures moeten snelle geautomatiseerde overdrachten mogelijk maken en geen belemmering vormen voor een simpele, snelle en goedkope inrichting van het proces; 

- kleine pensioenen moeten op verzoek van de overdragende uitvoerder automatisch en verplicht overgedragen kunnen worden; 

- het (verder) verlagen van de uitvoeringskosten door het verruimen van de mogelijkheden rondom collectieve waardeoverdracht.

De voorkeur gaat uit naar een systeem dat voor alle partijen - uitvoerders, werkgevers en werknemers - snel, eenvoudig en goedkoop te realiseren is. Hierbij wordt gedacht aan overdracht van louter de waarde van de pensioenvoorziening die de uitvoerder in de boeken heeft opgenomen voor de verzekerde aanspraken.

- Het grotendeels verdwijnen van eindloonregelingen heeft het oorspronkelijke belang van waardeoverdracht ingeboet maar is voor de Federatie geen reden om het systeem dan maar helemaal af te schaffen;

- Feit is wel dat met de wijzigingen van het financieel toetsingskader in het vooruitzicht, de huidige systematiek niet in stand kan worden gehouden;

- Het inperken of wegnemen van het individuele recht op waardeoverdracht is in het huidige tijdsgewricht onwenselijk;

- Daarnaast heeft de individuele deelnemer op meer aspecten belang bij het behoud van het recht op waardeoverdracht, denk hierbij o.a. aan de mogelijkheid om aan financiële planning te doen.

Vervolgens wordt in de brief aan de staatssecretaris beschreven hoe het proces van invoering er uit zou kunnen zien. De brief besluit met een oproep aan de staatssecretaris het recht van de deelnemers op individuele waardeoverdracht te handhaven. Over het vervolg houden wij u op de hoogte.   

Bron: Nederlands Pensioenbureau, Pensioenfederatie

0 Reacties

Evaluatie DNB artikel 5 Pensioenwet

18/11/2013

0 Reacties

 
Precies twee jaar geleden verklaarde 
De Nederlandsche Bank (DNB) dat het pensioenuitvoerders niet is toegestaan hun aansprakelijkheid uit te sluiten ingeval van onvoldoende informatieverschaffing door werkgevers. Onder pensioenuitvoerders moet volgens DNB worden verstaan: bedrijfstak- en ondernemingspensioenfondsen, verzekeraars en premiepensioenstellingen (PPI’s).
Indien een werkgever een werknemer niet aanmeldt, kan de werknemer toch bij een pensioenuitvoerder een beroep doen op zijn pensioenrechten en -aanspraken, alsof hij wel - en geheel juist - was aangemeld. Indien de werkgever niet voldoet aan zijn informatieplicht heeft een pensioenuitvoerder ook niet de mogelijkheid om het contract op te zeggen of de uitkering te verminderen. Op grond van artikel 5 Pensioenwet (PW) mag een pensioenfonds zijn verantwoordelijkheid richting de werknemer niet uitsluiten in zijn fondsdocumenten wanneer de werkgever het fonds onjuist, onvolledig of niet tijdig informeert.

In een recent onderzoek heeft De Nederlandsche Bank de fondsstukken van een aanzienlijk aantal pensioenfondsen gecontroleerd op mogelijke strijdigheid met artikel 5 PW. Het blijkt dat er nog steeds pensioenfondsen zijn die in hun fondsstukken uitsluitingsclausules hanteren dan wel bepalingen hebben opgenomen die ‘geen premie, geen recht’ inhouden. Deze pensioenfondsen wordt gevraagd hun fondsstukken aan te passen. Overigens is onlangs ook uit de jurisprudentie nog eens gebleken dat pensioenfondsen geen beroep kunnen doen op de stelling ‘geen premie, geen recht’. De Rechtbank Leeuwarden bepaalde in een uitspraak van 6 maart 2013 dat het Bpf Meubelindustrie zich hier niet op kon beroepen (ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ3313).

Ook uit de pensioenadviespraktijk vangen wij signalen op dat steeds meer verzekeraars bepalingen die uitsluitingsclausules of bepalingen die ‘geen premie, geen recht’ inhouden uit hun juridische documenten schrappen.

Bron: Nederlands Pensioenbureau, De Nederlandsche Bank

0 Reacties

Gemiddelde dekkingsgraad pensioenfondsen stijgt opnieuw

18/11/2013

0 Reacties

 
De maatstaf die laat zien in welke mate pensioenfondsen aan hun pensioenverplichtingen kunnen voldoen is de dekkingsgraad. De verplichte minimale dekkingsgraad is 104,3%. Als deze lager is zijn de fondsen verplicht maatregelen te nemen om het dreigende te kort te herstellen. Dit kan bijvoorbeeld door een premieverhoging, het aanpassen van de beleggingsmix, het bevriezen van indexaties of het korten van de pensioenaanspraken van de (ex)deelnemers en/of pensioengerechtigden, of door een combinatie van genoemde maatregelen.
De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is de afgelopen maand (oktober 2013) met drie procentpunt gestegen naar 110%. Deze stijging volgt op de eerdere stijging van drie procentpunt in september, waardoor de gemiddelde dekkingsgraad momenteel op het hoogste punt staat sinds januari 2012. Een deel van de stijging van de dekkingsgraad komt doordat voor de waardering van de verplichtingen gebruik wordt gemaakt van de driemaands gemiddelde marktrente. Deze driemaands gemiddelde rente is in oktober gestegen.

De inflatie is de afgelopen maand echter gedaald naar 1,6%, de laagste stand sinds november 2010. Tegelijkertijd is de actuele marktrente gedaald en dit zal ook gevolgen hebben voor de lange rente. Deze gevolgen zullen de komende maanden doorwerken in de dekkingsgraad en deze opnieuw onder druk zetten. Mocht de marktrente tot eind 2013 stabiel blijven, dan daalt de officiële rekenrente (vanwege het na-ijlen door het driemaands gemiddelde), wat leidt tot een afname van de gemiddelde dekkingsgraad met ongeveer 0,6 procentpunt.

Dekkingsgraad (september 2013) 

van enkele belangrijke fondsen:

ABP: 103,3 % 

(tegenover 101,0 % in maart 2013)

Zorg en Welzijn: 107,0 

(tegenover 105,0 % in maart 2013)

Metaal en Techniek: 101,5 

(tegenover 101,1 % in maart 2013)

Bron: Accountancynieuws, Nederlands Pensioenbureau, 

           Pensioenfederatie 
0 Reacties

Eerste Kamer stemt in met hervorming pensioenopbouw

4/7/2013

0 Reacties

 
Op 27 mei j.l. heeft de Eerste Kamer ingestemd met zowel het voorstel betreffende de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen (33.610), als met de novelle Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 (33.847). Naast de regeringspartijen VVD en PvdA stemden ook ChristenUnie, SGP en D66 voor.
Met ingang van 2015 geldt een opbouwpercentage van 1,875% (middelloon). Onder toezicht van De Nederlandsche Bank dienen ingebouwde waarborgen ervoor te zorgen dat de lagere pensioenopbouw ook daadwerkelijk doorwerkt in een daling van de pensioenpremies. Daarnaast blijft de aftopping van het pensioengevend loon ongewijzigd op € 100.000,-. Voor werknemers met inkomens die hierboven liggen, wordt het mogelijk om, op vrijwillige basis, fiscaal vriendelijk bij te sparen uit het nettoloon. Op 28 mei is de Staatssecretaris van Financiën door diverse fracties nog uitvoerig bevraagd over de nettolijfrente in de tweede pijler - of beter: het nettopensioen.

Het is gebruikelijk dat, na aanvaarding, het oorspronkelijke wetsvoorstel en de novelle gelijktijdig in het Staatsblad verschijnen. De met de novelle beoogde wijziging wordt hierbij direct ingevoegd.   

Bron: Rijksoverheid, Nederlands Pensioenbureau

0 Reacties

Wetsvoorstel Wet verlaging en maximering pensioenopbouw

15/5/2013

0 Reacties

 
Vooruitlopend op de definitieve overeenstemming over het Pensioenakkoord, heeft de Staatssecretaris van Financiën op 15 april 2013 het wetvoorstel ‘Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioenen en maximering pensioengevend inkomen’ naar de Tweede Kamer gestuurd.
Aanpassing van het z.g. Witteveenkader, dat de begrenzing aangeeft van de fiscale faciliëring van de pensioenopbouw, heeft reeds plaatsgevonden in de Wet VAP (verhoging pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar m.i.v. 2014). Het onderhavige wetsvoorstel stelt een verdere aanpassing van het Witteveenkader voor: een verdere verlaging van de maximum opbouwpercentages - middelloon 1,75% / eindloon 1,55% - en een absolute grens van € 100.000,- aan het pensioengevend loon.

In het kader van het wetsvoorstel dienen enkele bepalingen uit de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Pensioenwet te worden aangepast. Een belangrijke aanpassing betreft de aanpassing van artikel 69 PW (afkoop fiscaal bovenmatig pensioen) ter voorkoming van mogelijke beklemming voor werknemers van fiscaal bovenmatige pensioenopbouw.

Ingeval boven de grenzen van het Witteveenkader pensioen wordt toegezegd, dient de pensioenregeling te worden gesplitst in een zuiver en onzuiver (bovenmatig) deel. In de voorgestelde aanpassing van artikel 69 PW wordt de pensioenuitvoerder verplicht mee te werken aan een verzoek van de pensioengerechtigde tot afkoop van het deel van de pensioenaanspraken dat uitgaat boven de begrenzingen opgenomen in (onder andere) Hoofdstuk IIB Wet LB.

Volgens de Memorie van Toelichting blijft een adequate pensioenvoorziening voor mensen in Nederland het uitgangspunt. Er wordt een beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van sociale partners, pensioenfondsbesturen en de werknemers zelf.


Bron: Nederlands Pensioenbureau, Rijksoverheid

0 Reacties

De rol van de werkgever in pensioencommunicatie

8/5/2013

0 Reacties

 
Werkgevers en pensioenuitvoerders zijn beiden verantwoordelijk voor pensioencommunicatie richting werknemers. Dat schrijft de Stichting van de Arbeid (STAR) in haar advies van 18 maart 2013 aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Verder geeft de STAR in dit advies antwoord op een vijftal in dit kader aan haar gestelde vragen.
De Stichting van de Arbeid kan zich vinden in de stelling dat een meer prominente rol van de werkgever bij pensioencommunicatie niet alleen in het belang is van het pensioenbewustzijn van de werknemer, maar ook voor de werkgever zelf in het kader van zijn arbeidsvoorwaardenbeleid. Niet alleen is de werkgever het eerste aanspreekpunt voor werknemers betreffende arbeidsvoorwaarden (goed werkgeverschap: artikel 7:611 BW), maar ook is de werkgever door de wetgever aangewezen om werknemers informatie over de pensioenregeling te verstrekken (zie bijvoorbeeld artikel 7 en artikel 21 PW).

Mede doordat het kennisniveau van werkgevers veelal tekort schiet, stelt de STAR vast dat bij pensioencommunicatie de rol van de pensioenuitvoerders meestal leidend is. Alleen een goede samenwerking tussen pensioenuitvoerders en werkgevers kan die situatie verbeteren. De STAR adviseert pensioenuitvoerders werkgevers behulpzaam te zijn door hen specifieke voorlichting over de pensioenregeling te geven. De STAR zegt voor de zomer te komen met nadere aanbevelingen hieromtrent.


Bron: Nederlands Pensioenbureau, Pensioenfederatie

0 Reacties
<<Vorige

    Riemersma & Partners

    arbeidsvoorwaarden 
    en risicobeheer

    Nieuwsarchief

    Maart 2016
    Februari 2016
    December 2015
    November 2015
    September 2015
    Augustus 2015
    Juli 2015
    Juni 2015
    April 2015
    Maart 2015
    Februari 2015
    Januari 2015
    December 2014
    November 2014
    Oktober 2014
    September 2014
    Augustus 2014
    Juli 2014
    Juni 2014
    Mei 2014
    Maart 2014
    Februari 2014
    November 2013
    September 2013
    Juli 2013
    Juni 2013
    Mei 2013
    April 2013

    Categoriën

    Alles
    Aansprakelijkheid
    Aanzegplicht
    AOW Leeftijd
    AOW-leeftijd
    APF
    Arbeidsmarkt
    Arbeidsongeschiktheid
    Arbeidsovereenkomst
    Arbeidsvoorwaarden
    Arbo
    Beroepsbevolking
    Bestuurder
    Bijbetalingsplicht
    Communicatie
    Concurrentiebeding
    Dekkingsgraad
    Doorbeleggen
    Flexwerkers
    Franchise
    Indivudele Waardeoverdrachten
    Korting Pensioenaanspraken
    Levensverwachting
    OBR
    Ontslagrecht
    Opbouwpercentage
    Oproepovereenkomst
    OR
    Oudedagssparen
    Overbruggingsregeling
    Overdrachtsdatum
    PEB
    Pensioen
    Pensioen 1-2-3
    Pensioenfondsen
    Pensioeninformatie
    Pensioeningang
    Pensioenknip
    Pensioenopbouw
    Pensioenopbouw Zelfstandigen
    Pensioenpremie
    Pensioenstelsel
    Pensioenverlaging
    Pensioenwet
    Premiestaffel
    Proeftijd
    Prognosetafel
    Rekenrente
    Riemersma & Partners
    Ringfencing
    Risicobeheer
    Risicobenadering
    Shoprecht
    Sociaal Akkoord
    Startersregeling
    Vangnetters
    Variabele Beloning
    Verplichtstelling
    'vroegpensioen'
    Waardeoverdracht
    Werkloosheid
    Wet Bpf 2000
    Wet Gelijke Behandeling
    Wet VAP
    Wet Werk En Zekerheid
    Witteveenkader
    WOR
    Ww
    WWZ
    Ziektewet
    Zzp

    RSS-feed


Oranjestraat 11 

7051 AG Varsseveld
0315 231 430 

info@riemersma-partners.nl
Foto