In verband met de aanpassing van de regels bij waardeoverdracht is het Besluit Uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 gewijzigd. Het recht op waardeoverdracht met een onbepaalde aanvraagtermijn geldt alleen bij een wisseling van baan waarmee vanaf 1 januari 2015 nieuwe pensioenaanspraken in een nieuwe pensioenregeling worden verworven. | Een uitzondering op deze terugwerkende kracht vormt de gewijzigde definitie van ‘overdrachtsdatum’. Dit werd omschreven als de datum waarop de deelname aan de pensioenregeling van de ontvangende uitvoerder aanvangt. Na publicatie in het Staatsblad (10 december 2015) wordt de overdrachtsdatum gedefinieerd als de datum waarop de deelnemer een opgave van zijn pensioenaanspraken bij de ontvangende uitvoerder heeft opgevraagd. Hiermee loopt het moment waarop het verzoek tot waardeoverdracht in gang wordt gezet gelijk met het moment aan de hand waarvan de overdrachtswaarde wordt berekend. Het Besluit voorziet erin dat de regeling van de beperking van de bijbetalingslasten bij wisselingen van baan vanaf 1 januari 2015 van toepassing zal zijn op alle werkgevers. Indien de aanvullende bijdrage van de oude of nieuwe werkgever hoger is dan € 15.000,- en hoger dan 10% van de overdrachtswaarde, vervalt de verplichting tot het meewerken aan de waardeoverdracht. De betreffende werkgever wordt dan wel verzocht (vrijwillig) de aanvullende kosten te voldoen. Is dat het geval, dan is de pensioenuitvoerder alsnog verplicht mee te werken aan waardeoverdracht. Gaat de waardeoverdracht op dat moment niet door, blijft de deelnemer in de pensioenregeling van de vorige werkgever. Blijkt later dat die bijbetaling minder is dan het eerder genoemde maximum, kan de deelnemer opnieuw verzoeken om waardeoverdracht. Bron: Rijksoverheid, Nederlands Pensioenbureau |
0 Comments
|
Riemersma & Partnersarbeidsvoorwaarden Nieuwsarchief
Maart 2016
Categoriën
Alles
|