Daags voor de Kerst heeft Staatssecretaris Klijnsma van SZW het ‘wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en de Pensioenwet in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de arbeidsvoorwaarde pensioen’ naar de Tweede Kamer gestuurd. In dit wetsvoorstel volgt Klijnsma grotendeels de aanbevelingen van de SER uit juni 2014 | De wijziging betekent onder meer dat de OR instemmingsrecht krijgt over elk voornemen tot vaststelling, wijziging of intrekking van een pensioenovereenkomst, ongeacht het soort pensioenuitvoerder. In dit kader wordt in art. 27 van de WOR neergelegd dat de OR instemmingsrecht krijgt t.a.v. voornemens van de ondernemer om pensioenovereenkomsten van werknemers onder te brengen bij een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of bij een buiten Nederland zetelende verzekeraar. Over de inhoud van de uitvoeringsovereenkomst heeft de OR in beginsel geen instemmingsrecht. Het wetsvoorstel verplicht de ondernemer de OR zo spoedig mogelijk te informeren over elke voorgenomen vaststelling, wijziging of intrekking van een uitvoeringsovereenkomst of -reglement. Betreft het echter een onderwerp in een uitvoeringsovereenkomst of -reglement, dat rechtstreeks van invloed is op de arbeidsvoorwaarde pensioen, dan valt dit wél onder het instemmingsrecht van de OR. In het nieuwe zevende lid van art. 27 WOR wordt een opsomming gegeven van onderwerpen uit een uitvoeringsovereenkomst of -reglement die instemmingsplichtig zijn, omdat zij de arbeidsvoorwaarde pensioen direct raken. Als sprake is van een indirect effect, zou de OR geen instemmingsrecht hebben. Als voorbeeld noemt Klijnsma de keuze van de werkgever voor een bepaalde pensioenuitvoerder waar hij het pensioen wil onderbrengen. De wet treedt in werking op een nader (bij koninklijk besluit) te bepalen tijdstip. Bron: Rijksoverheid, Nederlands Pensioenbureau |
0 Comments
Leave a Reply. |
Riemersma & Partnersarbeidsvoorwaarden Nieuwsarchief
Maart 2016
Categoriën
Alles
|