In deze nieuwsrubriek kon u eerder al lezen (21 oktober 2014 en 27 februari 2015), dat bij de behandeling van het ‘Wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader’, een amendement was aangenomen inzake individuele waardeoverdracht. Daarmee verviel de termijn van zes maanden waarbinnen een deelnemer aan de pensioenuitvoerder een verzoek moet doen om het proces van zo’n waardeoverdracht in gang te zetten. | Vorige week heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geantwoord op Kamervragen over het ‘Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling’. De staatssecretaris zal het ‘Ontwerpbesluit’ zodanig aanpassen dat niet langer centraal staat ‘de datum waarop de deelnemer gestart is bij zijn nieuwe werkgever’ (dus de aanvangsdatum van de deelname aan een nieuwe pensioenregeling), maar ‘de datum waarop de waardeoverdracht is aangevraagd’. Dit zou moeten leiden tot minder uitvoeringsproblemen bij pensioenuitvoerders. Ook voorziet het ‘Ontwerpbesluit’ er in dat de regeling van de beperking van bijbetalingslasten (voor de kleine werkgevers) van toepassing zal zijn op álle werkgevers - indien de baanwisseling ertoe leidt dat vanaf 1 januari 2015 pensioenaanspraken worden verworven in een nieuwe pensioenregeling. Nadat het besluit terug is van de Raad van State zal de Koning het besluit bekrachtigen waarna het wordt gepubliceerd. Op de voorzieningen in het besluit, die met terugwerkende kracht worden gerealiseerd, kan worden geanticipeerd. De staatssecretaris meldt dat het parlement haar visie op de fundamentele herziening van waardeoverdracht tegemoet kan zien in het eerste kwartaal van 2016. Bron: Rijksoverheid, Pensioenfederatie, Nederlands Pensioenbureau |
0 Comments
Leave a Reply. |
Riemersma & Partnersarbeidsvoorwaarden Nieuwsarchief
Maart 2016
Categoriën
Alles
|